Woorden met een...

Woorden met een J en ook een N tot 8 letters

Onderstaand vind je een lijst van alle J woorden tot 8 letters met ook een 'N'.
In de eerste kolom zie je alle woorden die beginnen met een J.
Daarnaast alle woorden die eindigen op een J.
Als laatste alle overige woorden met een J. Al deze woorden kun je gebruiken in Wordfeud of Scrabble.
Gebruik het filter om de lijst met woorden aan te passen.

Tabel met alle woorden die een J bevatten.

Begint met J Eindigt op J Bevat een J
jaagden
jachten
jagende
janboel
jankend
jankten
janmaat
janooms
janslot
jantjes
januari
jargons
jarigen
jasmijn
jaspand
jatagan
jeminee
jenever
jengels
jengelt
jeukend
jeukten
jingles
jodelen
joderen
jodiden
joelden
joelend
joggend
jogging
jointje
jokeren
jokkens
jonaste
jongden
jongend
jongens
jongere
jongste
jongvee
jonkers
jonkies
jonkman
joolden
jouwden
jubelen
juichen
jukbeen
junctie
jungles
junidag
junkies
jureren
juwelen
jagend
jakken
jalons
jamben
jammen
jangat
janhen
janken
jankte
jannen
janoom
jantje
jappen
jargon
jassen
jasten
jatten
jegens
jeinde
jeinen
jengel
jennen
jetons
jeuken
jidden
jijden
jingle
jobben
joegen
joelen
joepen
joggen
joinde
joinen
joints
jojoen
jokken
jokten
jollen
jonast
jongde
jongen
jonger
jongst
jonken
jonker
jonkie
jonnen
jouwen
judoen
juffen
jukken
jumpen
jungle
junior
junken
junkie
jurken
jutten
jaden
jagen
jalon
janet
jankt
janus
japen
japon
jaren
jeans
jeint
jende
jeton
jijen
jingo
joden
joint
joken
jolen
jonas
jonde
jonen
jonge
jongs
jongt
jopen
jouen
junks
junta
juten
jank
jein
join
jong
jonk
jont
joon
juni
junk
jan
jen
jon
dankzij
dekenij
landzij
nebbisj
negerij
negorij
kandij
mentsj
nulrij
onvrij
tenzij
wantij
zonzij
inrij
nabij
ontij
aanbijt
aandijk
aanjaag
aanjoeg
aankijk
aanlijm
aanlijn
aanrijd
aanrijg
aansjok
aansjor
aantijg
aanvijl
aanwijs
aanzijn
abdijen
accijns
adjunct
afjagen
afknijp
aflijnt
afmijnt
afsnijd
agentje
ajuinen
alpijns
avondje
baantje
badjing
badlijn
bajesen
bajonet
baklijn
balijen
bandijk
bandjes
bandjir
banjers
banjert
banjirs
bankjes
baslijn
beentje
bejagen
bejegen
beknijp
belijnd
belijnt
benijdt
bensjen
bensjte
besnijd
betijen
bijbaan
bijbank
bijdoen
bijkans
bijknip
bijmaan
bijmeng
bijnaam
bijneem
bijnier
bijpunt
bijtank
bijtend
bijtoon
bijtten
bijwint
bijwoon
bijzijn
biljoen
bintjes
blijden
blijken
blijven
blondje
boelijn
bojaren
bonjour
bontjas
bontjes
boontje
brandje
brijnen
buslijn
cellijn
centjes
cijnzen
daklijn
damlijn
dansjes
deuntje
dijbeen
dijkten
djakken
djorken
dolfijn
donjons
donjuan
donsjes
drankje
drijven
duintje
eendjes
eentjes
eindjes
ennetje
entrijs
erewijn
etentje
fauntje
festijn
fijnere
fijnhak
fijnste
fijntes
fjorden
flensje
florijn
fluwijn
francje
franjes
fransje
frijnde
frijnen
frontje
galjoen
gansjes
gedijen
geintje
gejankt
gejoind
gejongd
gelijnd
gemijnd
genasjt
gepijnd
getijen
gienjes
gijpten
glijden
gordijn
grijnde
grijnen
grijnst
grijpen
grijzen
haantje
handjes
hijgden
hijgend
hintjes
hoentje
hondjes
ijklijn
ijkpunt
ijlings
ijsbaan
ijsbank
ijsbeen
ijsbond
ijseend
ijsgang
ijskern
ijsmaan
ijsrand
ijstang
ijswand
ijswijn
ijveren
ijzelen
ijzeren
indijkt
indrijf
ingrijp
injaagt
injagen
inkijkt
inkjets
inlijft
inlijst
inmijnt
inrijdt
inrijen
inrijgt
insmijt
insnijd
intijds
inwijdt
inwijkt
inwrijf
inzetje
kaantje
kalvijn
kanjers
kansjes
kantjes
karmijn
karonje
katjang
keentje
keinijg
kijkend
kindjes
kinkjes
klantje
klontje
knaapje
knapjes
kneusje
kneutje
knietje
knijpen
knijper
knikjes
knipjes
knoopje
knopjes
knotjes
knusjes
knutjes
koenjit
kokinje
konfijt
kontjes
koontje
kopijen
koppijn
kortjan
kozijns
kransje
krantje
krijgen
krijsen
krijten
kunstje
kwijlen
kwijnde
kwijnen
kwijten
laantje
landijs
landjes
lensjes
lijdend
lijfden
lijkend
lijkten
lijmden
lijnbus
lijnden
lijntje
lijsten
linkjes
lintjes
loglijn
loontje
maandje
maantje
mahjong
mandjes
manjaar
manlijk
manwijf
marlijn
meiwijn
mensjes
mijdend
mijnden
mijngas
mijntje
mijtten
miljoen
minlijk
miswijn
mondjes
muntjak
muntjes
naadjes
naaijuf
naaldje
naampje
nabijer
nablijf
nachtje
naijlde
naijlen
naijver
najaagt
najaden
najagen
najaren
nakijkt
nawijst
neefjes
nekpijn
nestjes
neusjes
nicheje
nichtje
niertje
nietjes
nijdast
nijdige
nijging
nijpend
nijpers
nijvere
noklijn
nootjes
nullijn
ojieven
olijven
omlijnd
omlijnt
onjoods
onjuist
onrijpe
ontbijt
ontijde
ontwijd
ontwijk
onvrije
onwijst
onwijze
oorpijn
opjagen
oranjes
oventje
paantje
pandjes
peentje
pijnden
pijnigt
pijnpit
pijntje
pijnzin
pijpten
pinkjes
pintjes
plankje
plantje
plunjer
plunjes
poeljen
pontjes
prentje
prijken
prijzen
prinsje
printje
puntjes
rabbijn
ragfijn
ramsjen
randjes
rijbaan
rijdend
rijgpen
rijlijn
rijmden
rijmend
rijnaak
rijpend
rijping
rijpten
rijwind
rijzend
rijzing
rillijn
rondjes
ropijen
rotjong
rugpijn
rundjes
santjes
schijnt
schrijn
segrijn
seintje
sinjeur
sinjoor
sjamaan
sjanker
sjansen
sjanste
sjappen
sjerpen
sjilpen
sjirpen
sjoelen
sjokken
sjokten
sjorden
sjorren
sjotten
sjouwen
slijmen
slijpen
slijten
slonsje
smijten
sneetje
snijbal
snijden
snijder
snijkop
snijmes
snoepje
snoetje
snotjes
snufjes
snuifje
snuitje
spantje
spijlen
spijten
spijzen
sponsje
stamijn
standje
stijgen
stijlen
stijven
stuntje
tagrijn
tandjes
teentje
tentjes
termijn
tientje
tijdens
tijding
tinmijn
tintjes
tiplijn
tjalken
tjappen
tjerken
tjilpen
tjingel
tjirpen
tjoepen
tjokken
toontje
toplijn
topwijn
torntje
trijpen
trijsen
tuintje
tunetje
twijgen
twijnde
twijnen
urntjes
vaantje
ventjes
verfijn
verjong
vijfden
vijlden
vinkjes
vislijn
vismijn
vlijden
vlijmen
vonkjes
vrijden
vrijend
wadjans
wajangs
waslijn
welzijn
wijdden
wijding
wijdten
wijkend
wijking
wijlden
wijnbak
wijnbal
wijnbar
wijnbes
wijngod
wijnkan
wijnrek
wijntje
wijnvat
wijnzak
wijting
wijzend
wijzing
windjes
winstje
wondjes
wrijven
zeemijn
zeentje
zetlijn
zeuntje
zijdens
zijgang
zijkant
zijlaan
zijlijn
zijrand
zijspan
zijwand
zijwind
zinlijk
zinrijk
zoentje
zoontje
zwijgen
zwijmen
zwijnde
zwijnen
aflijn
afmijn
afzijn
anjers
aslijn
bandje
banjer
banjir
bankje
begijn
belijn
benijd
bijeen
bijlen
bijnam
bijten
bijwon
bijzin
bijzon
bintje
bobijn
bontje
brijen
burijn
centje
dansje
dijden
dijken
djinns
dodijn
donjon
donsje
dozijn
eendje
eentje
eindje
exjunk
fijnen
fijner
fijnst
fijnte
fijten
franje
frijnt
gansje
gejank
gejend
gejond
gienje
gijlen
gijnen
gijpen
grijns
grijnt
handje
hijgen
hijsen
hondje
ijking
ijkten
ijlden
ijlend
ijsden
ijsman
ijzing
inbijt
indijk
injaag
injoeg
inkijk
inkjet
inmijn
inrijd
inrijg
inwijd
inwijk
kanjer
kansje
kantje
kijken
kijven
kindje
kinkje
knijpt
knikje
knipje
knopje
knotje
knutje
komijn
konijn
kontje
kozijn
kwijnt
landje
latijn
lensje
lijden
lijken
lijmen
lijnde
lijnen
lijven
lijzen
linkje
lintje
lontje
mandje
mensje
mijden
mijlen
mijnde
mijnen
mijner
mijten
minjan
mondje
muntje
naadje
naatje
nabije
naijlt
najaag
najaar
najade
najoeg
nakijk
napijn
napjes
nasjen
nasjte
natijd
natjes
nawijs
neefje
nekjes
nestje
netjes
neusje
neutje
niesje
nietje
nijdas
nijdig
nijgen
nijpen
nijper
nijver
niksje
nipjes
nisjes
njonja
nootje
nopjes
omlijn
onrijm
onrijp
onsjes
onwijs
oranje
pandje
pijken
pijlen
pijnde
pijnen
pijnig
pijpen
pinkje
pintje
plunje
pondje
pontje
puntje
randje
ravijn
rijden
rijgen
rijken
rijmen
rijnen
rijnse
rijpen
rijten
rijven
rijzen
robijn
rondje
rozijn
rundje
santje
satijn
schijn
sijzen
sjezen
sjonge
snebje
snijdt
snitje
snotje
snufje
tabijn
tajine
tandje
tentje
tijden
tijgen
tijken
tintje
tjonge
tonijn
twijnt
urntje
velijn
venijn
ventje
vijand
vijgen
vijlen
vijven
vijzen
vinkje
vlijen
vonkje
vrijen
wadjan
wajang
wijden
wijken
wijlen
wijnen
wijten